♫ Liefdessmart & levensleed ♫

Huilend ventje Bragolin

PENSION (1)

(Vanavond om kwart over zes ben ik vrij, Willeke Alberti)

Je liet me toen gaan, het stond in de sterren
Mijn toekomst lag daar, daar moest ik zijn
Maar ik wil graag terug, terug naar jouw armen
Want dicht bij jou, daar voel ik me fijn

Ik hoor in de wind de zuchten uit Tanger
Ach moeder, ik mis je zoveel als jij mij
De dagen die korten, de nachten zijn langer
Maar de tijd die verstrijkt brengt jou niet naderbij

Waar blinken de sterren die boven de Rif staan?
Jouw ogen weerkaatsen het lied van de smart
Wie fluistert ‘habibi’ en kroelt door mijn haren?
Het geblaat van de geit treft mij diep in het hart

Je liet me toen gaan, het stond in de sterren
Mijn toekomst lag daar, daar moest ik zijn
Maar ik wil graag terug, terug naar jouw armen
Want dicht bij jou, daar voel ik me fijn

´t Pension ruikt naar boenwas en natte kranten
De hospita is als een moeder voor mij
En ook voor mijn vrienden Juan en Serge
Maar een is de liefste, de liefste ben jij

De meeuwen die krijsen, ze kennen mijn wanhoop
De dagen zijn donker, de meeste zijn zwart
Ik sta in de kou en ik werk met mijn handen
Maar mijn geest is niet hier, die huist in jouw hart

Je liet me toen gaan, het stond in de sterren
Mijn toekomst lag daar, daar moest ik zijn
Maar ik wil graag terug, terug naar jouw armen
Want dicht bij jou, daar voel ik me fijn

 
Joop Plukkel

Huilend ventje Bragolin

DE FIETSENMAKER

(Eenzame Kerst, André Hazes)

Ik sta hier heel alleen mijn band te lappen
Mijn fiets die is allang niet meer zo nieuw
Ik ben hier heel alleen, met niemand om me heen
Want jij liet mij verrekken in de kou
Hoe kon je mij zomaar laten vertrekken?
Waarom was er geen ruimte voor mijn pijn?
Ik sta hier op de weg, met dikke vette pech
Mijn wanhoopstranen proeven als azijn

Nu lig jij met die rotzak in ons trouwbed
De kind’ren beunen bij in zijn bedrijf
Hij is dan wel monteur, maar ook een sikkeneur
En al zijn praatjes hebben niets om ′t lijf
Ik denk dat ik ga sparen voor een racefiets
Dan zie ik er toch wel wat beter uit
Je zult me nooit meer zien, ik lach je uit voor tien
En finish met een frisse jonge bruid

 
Els Dokter

Huilend ventje Bragolin

BEAMBTE

(M’n opa, Ja Zuster Nee Zuster)

Als ik je dan zie, dan weet ik dat ik word gepest
Mijn humeur zakt drastisch en wordt vreselijk getest
Je stuurt me van het kastje rechtstreeks naar de muur
Pennenlikker spelen maakt mij het leven zuur

Beambte, beambte, beambte
In heel het land is er niemand zoals jij
Beambte, beambte, beambte
En niemand is zo kwalijk voor mij

In heel het land, voor mij als klant
Nergens zo iemand als jij
In heel het land, voor mij als klant
Niemand zo kwalijk voor mij
Voor mij als klant

Bij elk volgende contact dan geef je me de hel
Als je dan je grijns vertoont weet ik inmiddels wel
Logica door regeltjes totaal geliquideerd
Me vooral niet opwinden heb ik zo goed geleerd

Beambte, beambte, beambte
In heel het land is er niemand zoals jij
Beambte, beambte, beambte
En niemand is zo kwalijk voor mij

In heel het land, voor mij als klant
Nergens zo iemand als jij
In heel het land, voor mij als klant
Niemand zo kwalijk voor mij
Voor mij als klant

 
Maryon Beurskens

Huilend ventje Bragolin

GESCHEIDEN

 
Vroeger was opruimen
Ongecompliceerd
´t Afval ging allemaal
In de grijze zak
Nu moet je hiervoor
Hebben doorgeleerd
En heeft ied’re soort
Zijn eigen bak

Maar mijn ma zei altijd:

Scheiden doet lijden
En dan is Leiden in last
Maar juist voor ´t milieu
Is scheiden gepast
Dus als de aarde
Jou iets kan schelen
Doe dan met ons mee:
Glas in de glasbak
En schellen bij ´t gee-ef-tee

Iedere avond
´tzelfde ritueel
Waarin moet welluke
En waarom is het zo veel
Maar voor ons kleinkind
Scheiden w´al te graag
Zodat ze kan leven
Op een schone aard

En mijn ma zei altijd:

Scheiden doet lijden
En dan is Leiden in last
Maar juist voor ´t milieu
Is scheiden gepast
Dus als de aarde
Jou iets kan schelen
Doe dan met ons mee:
Glas in de glasbak
En schellen bij ´t gee-ef-tee

 
Gerlinde Vogelaar

Huilend ventje Bragolin

PENSION (2)

We zaten met z’n vijven op pension
Giovanni, Juan, Ali, ik en John
We aten met z’n vijven uit één potti
Kip met kerrie, rijst met kousenband en roti
We gingen naar het badhuis op de hoek
Eens per week compleet met schone onderbroek
En op vrijdag een gebakken vissie
Ach waar is die tijd, nou waar issie?

De hospita kookte
De soep was oké
Ze stopte mijn sokken
Haar man heet René
De schoorsteen die rookte
Een wolkenfabriek
De rook die was giftig
Die maakte ons ziek

We liepen in ploegen
Een lopende band
En tijdens de schaft
Lazen wij in de krant
Over zon in het Zuiden
Ons land van weleer
Maar dan ging de fluit
En moesten we weer

We zaten met z’n vijven op pension…

De Hero die sloot
Zette mensen op straat
Ik verveelde me rot
Ach, je weet hoe dat gaat
Zat veel in het park
Of in de moskee
Had niks te doen
En ze vroegen me mee

We beroofden een bank
Ik schoot iemand dood
En zo raakten we samen
Van de wal in de sloot
Nu zit ik gevangen
Met mijn handen geboeid
´k Wil terug naar Marokko
Heb mijn leven verknoeid

We zaten met z’n vijven op pension…

Mijn zoon is nu acht
Hij wacht in de zon
Op een vader die stal
Maar die anders begon
Ik ging weg van huis
Weg van waar ik van hou
Ik deed wat ik kon
Zag een toekomst voor jou

Maar eens kom ik vrij
Ga ik weg uit dit land
Keer ik terug naar de soek
Naar de Rif en het zand
Dan vertel ik mijn zoon:
Zoek geluk en de zon
Maar ga nooit, ik zeg nooit
Met vijf man op pension

We zaten met z’n vijven op pension…

 
Joop Plukkel

Huilend ventje Bragolin