Schilderijen bij geschreven zelfportretten
Schrijfcursisten van mij portretteerden zichzelf in woorden. Schildercursisten van Miranda van der Zandt maakten schilderijen bij die gedichten.
(We deden het ook andersom: Gedichten bij geschilderde zelfportretten, en om het allemaal kloppend te krijgen deed ik zelf mee.)
Beweeg je cursor over de schilderijen om de namen van de makers te zien.
Zie mij
Zie mij als een vriend,
ik zal je een luisterend oor bieden.
Zie mij als een vrouw,
mijn masker zal verdwijnen.
Zie mij als de zon,
ik zal je verwarmen.
Zie mij als een feest,
muziek en gelach zal klinken.
Zie mij als een sjaal,
ik zal je omarmen.
Kijk naar mij, dan zul je me zien.
.
Janneke Huijbregts
Ik weet niet precies waar hij woont,
maar ik hoorde in een warm land
dicht bij het strand,
in een huisje met luiken met hartjes erin.
Angstig, onzeker vertrokken,
via woelige baren trots geland
met zijn Playmobil-piratenschip.
Ik weet wel waarvan hij droomt:
van avonturen in ’t echt,
van echte liefde
die niet strandt.
.
Marcel Hendrikx
Met sprekende ogen stapt ze de wereld in,
verwaaide lokken in de wind.
Stevige schoenen nemen onzekerheid weg.
Nieuwsgierig naar avontuur
en de geuren van cultuur,
met aandacht en zorg voor de ander.
Gefocust door lens observerend,
niks vergeten, in boek noterend.
Binnenliedje in het hoofd neuriet mee.
Tot rust komt ze in het bos.
Daar laat ze de wereld weer los.
Heerlijk alleen zijn…
Alleen maar zijn.
.
Marijne Bult
Ik spring hoog.
Ik val
in een onverwacht diep dal.
De weg terug lijkt lang.
Herinneringen aan toen.
Verlangend
naar het gevoel
van wat ooit was en nu niet meer.
Ik wil de wolken in.
Wegwaaien met de wind.
Vliegend
over alles en iedereen heen.
Ik mis het blauw
van zee en zaligheid.
Oneindig
reikend naar geen horizon.
Deinend
op het ritme van mijn gedachten
laat ik los.
Ben ik alleen.
.
Claire Faasen
Eén octaaf
Nalatig tuur ik voor me uit: zesentwintig hindernissen.
Schallende stilte en een pistool,
Frédéric toont mij schreeuwerig de weg.
Behendig & onachtzaam neem ik de zwarte barrières,
kijk om en plaats de mol.
Welluidend dissoneren de ploeterende rivalen,
ik voer het tempo op en zet de klok stil –
.
Joyce van der Putten
Gevederde zwerver
o, heerser van een verzonnen staat
drager van een kartonnen gelaat
in vrijheid zwevend
voor schoonheid levend
als met pen gewapend soldaat
als nog net niet slapend nomaad
in veren gekleed
tot ijzer gesmeed
hoe je ook heet
jij bent als mij
verkleed
.
Merijn Meulensteen
De Haper
De Haper kan niet slapen,
zijn denkschuif wil niet dicht.
Zijn vliegwiel blijft maar draaien,
wat o zo lastig ligt.
‘O was ik maar een kater,
een doedier zonder dacht!
Dan volgde ik mijn snorren
en joeg de hele nacht.’
De Haper ligt te malen,
wak staart hij in het donk.
Er kruipen kriebelmieren
door zijn gedachtenkronk.
‘O was ik maar een gaper
die omviel van de slaap!
Helaas, ik ben een Haper,
ik haap.’
.
Judy Elfferich