Brieven aan een jongere ik

 
 
 
 
Postzegel
 

Lieve Jantine,

 
Ik ben het, jijzelf. Maar dan iets ouder. Ik ben nu 22. Voor jou is dat oud, maar ik zeg nog steeds ‘als ik later groot ben’. Misschien hoop je dat ik je in deze brief allemaal wijze dingen ga vertellen. Maar ik weet ook nog niet alles. Ik weet wel wat meer dan vroeger.
Zo weet ik dat een hele hoop dingen zullen wennen. Bijvoorbeeld dat je nu gewoon eenmaal twee huizen hebt. Twee sleutels, twee tandenborstels, twee verjaardagen. Pap en mam zullen allebei weer verliefd worden. Gewoon niet op elkaar. Dat klinkt niet leuk, en dat is het ook eigenlijk niet. Maar het went.

Je lichaam zal ook gaan wennen, het zal je beter passen. Ook al passen kleren er niet altijd even goed omheen. Mouwen en broekspijpen zijn vaak te kort. Gewoon de zoom eruit halen.

En je sproeten, ooit zul je er tevreden mee zijn. Ze zelfs een beetje mooi vinden. Sproeten zijn verroeste uiteinden van stalen zenuwen. Zeg dat maar gewoon.

En schaam je niet zoveel! Voor jezelf, voor alles en iedereen. En als je je schaamt, moet je je niet ook nog gaan schamen voor je blozen. Mooi rood is niet lelijk. Sommige mensen vinden het zelfs charmant.

De middelbare school zal nooit echt wennen. Helaas. Dat blijft gewoon prut. Het duurt nou eenmaal vijf jaar, maar daarna komt jouw tijd. Echt.

Ik kan je het nu wel allemaal vertellen. Maar je moet het gewoon zelf meemaken. Zelf doen. Zelf lekker gaan knoeien. Je komt er wel achter. Maar weet ook dat je nooit alles kan weten.
En dat is niet erg.

Ik hoop dat ik niet al te wijs klink.

Liefs, Jantine

 
 
 
Envelop
 

Hoi Ronnie,

 
Ik kan je zien en horen door de webcam. Dat is een kleine camera op je computer. Geloof je me niet? Wat dacht je hiervan?

Respectable van Mel & Kim zingt door je slaapkamer, schoolboeken heb je opengelegd. Je frunnikt aan je voeten en kijkt wat naar buiten. Doen waar je goed in bent: wegdromen. Dromen van een mooi lijf, liefde, hippe kleren, goed kunnen en durven praten. Droom maar lekker verder, want daar blijf je toch het beste in. Ook ik droom nog steeds en verlang naar alles wat ik nog niet bezit.

Je laat dromen en werkelijkheid soms door elkaar lopen, hierdoor raak je wel eens in je eigen wereld verdwaald. Spannend is dat hè!

Of ik op dit moment de weg kwijt ben? Nou nee, maar wel op zoek in mijn eigen plannen en wensen. De gedachten en verlangens vooraf zijn vaak mooier dan de werkelijkheid is. Je doet het nu alleen en je zal dat over lange tijd nog steeds moeten doen. Ga daarom niet zitten simmen en jezelf drenken in zelfmedelijden. Want daar heb je een handje van. Je weet niet wat je wilt worden; dat is niet erg: dat weet ik nu nog steeds niet. Wat je gaat doen, ligt aan de omstandigheden – die kan en zal je gebruiken. Je krijgt praatjes en grapjes en voelt je daardoor zekerder. Vrienden en zelfs vriendinnen zullen zeggen dat jij leuk en knap bent.

Je moet van je ouders nu heel veel, vind je zelf. Ze benauwen je in je eigen vrijheid. Je gaat later zelfstandig wonen en dan merk je pas wie je zelf bent. Nog steeds een lang persoon, maar met inhoud die andere mensen kunnen waarderen. Dit merk je niet altijd op, omdat je te veel met jezelf bezig bent. Kijk, praat, doe en geniet.

Genieten en verlangen naar geluk, dat zijn in deze tijd belangrijke items. Maar weet je dat dit erg moeilijk is? Want als je geniet, verlang je eigenlijk niet naar iets anders. Dan sta je stil. En je wilt juist door naar het volgende verlangen. Trouwens, je vader en moeder bedoelen het goed. Je kan nu niet waarderen wat ze doen, je moet te veel, je kind-zijn krijgt te weinig ruimte. Je bent zoals je ouders nu zeggen ‘een schildpad en een puistenkop’. Later lach je om hun onwetendheid van wat er in een Ronnie-hoofd omgaat. Het leven is niet zoals in je dromen, maar wel spannend tot het einde. En het einde is nog lang niet in zicht.

Geloof me maar! Houdoe Ronnie, ik ga je zien!

P.S. Dit wordt je digitale handtekening: ®n

 
 
 
 
Postzegel
 

Lieve Mien,

 
Ik ben het, je oudere ik. Of moet ik zeggen je oudere jij? Ik weet het niet.

Ik wil je wat vertellen over mensen. Ja, mensen: die wezens die jij zo eng vindt.

Volgens jou zit de wereld vol kwaadaardige mannen, moordlustige kannibalen en gemene zussen. Je beste vriendin blijkt een pestende vriendin. Ze laten jou denken dat jij zelf nog het stomst, lelijkst en achterlijkst van allemaal bent. Best zwaar, die mensenwereld…

Alleen mama is lief. Maar zij snapt jou niet. Ze snapt niet waarom jij niet lekker buiten gaat spelen met de andere kindermensjes.
En jij snapt haar niet. Wat is daar nou leuk aan? Je bent liever in je eentje. Lekker tekenen en een eigen wereld scheppen, met jouw poppetjes en avonturen. Die wereld lijkt veel fijner, gezelliger en grappiger.

Ik snap jou wel, maar ik weet inmiddels ook beter. Stiekem kun en wil je niet zonder die mensen. Binnenkort kom je daar wel achter. Er komt dan iemand op je pad, die laat zien hoe het ook kan. Het lijkt wel of die persoon rechtstreeks uit jouw poppetjeswereld is gestapt, zo leuk en prettig gek vind je haar. De mensenwereld wordt opeens geweldig! Iedere dag weer één groot feest vol doldwaze belevenissen. Lang leve de mensheid!

Maar loop liever niet te hard van stapel! Blijf reëel! Ook leuke mensen blijven mensen. En alle mensen hebben nu eenmaal slechte kanten. Je zult nog vaak teleurgesteld en vernederd worden. Je zult nog vaak roepen “de mensheid is slecht!” en zelfs een of ander geloof oprichten genaamd ‘het egoïsme’. Want je weet dat je zelf ook geen pure goedheid bent. Zo is het nu eenmaal. Zo zitten de mensbaksels in elkaar. Ingewikkeld, dat wel, maar op een dag zul je dat juist leuk vinden.

Mien

 
 
 
Envelop
 

Lieve Yvonne,

 
Wat is dat toevallig! Eergisteren kwam je oudste zus Threes onverwacht op bezoek. En ze had een verrassing bij zich: een dvd (een soort schijfje waar filmpjes op staan) met daarop alles wat vroeger ooit binnen de familie was gefilmd. Ze dacht dat ik daar nu, in mijn toestand, wel naar zou kunnen kijken. En ik zag jou! Huppelend en vrolijk (toen nog wel) samen met je onafscheidelijke vriendje Jantje op de bruiloft van Threes en Frans. Dat was voor jou pas vorige week, en een eeuwigheid geleden voor mij.

Daarna een flinke sprong in de tijd: onze vader die een lintje van de Koningin opgespeld krijgt voor zijn vele verdiensten en daden van barmhartigheid. Je realiseert het je nog niet, maar dat is de reden dat hij nooit thuis is. Doordeweeks de zaak, ’s avonds de klanten en in de weekenden zijn talloze voorzitterschappen en natuurlijk de Kerk. Gelukkig realiseer je je nog niet wat die permanente afwezigheid van papa later allemaal teweeg zal brengen. Ook zie je de ellende van onze moeder nog niet. Gelukkig maar, toch! Ja, Yvonne, ik zal je maar niet vertellen hoe zij er op de dag van dat lintje uitzag.

Tot slot zag ik waar jij je hele jeugd al bang voor bent: de begrafenis van mama. Ze gaat dood, ja. Maar meer vertel ik niet; je moet niet alles willen weten, ook niet hoe het met mij nu gaat, bijvoorbeeld.
Goede raad geef ik je ook niet, het is zinloos, net als het leven zelf. En ik kan het weten met het einde zo nabij. Of toch, nou ja, toch dit dan maar: maak maar wel die ene keuze waar ik te laf voor was.

Dag lieve Yvonne, ik wens je, tegen beter weten in, veel geluk.

En wie weet…. tot snel ziens!

 
 
 
Postzegel
 

Dag kleine meid,

 
Voor me ligt de foto waar je op staat met Josje, samen in de schoolbank. Jij hebt je arm om haar schouder geslagen en jullie kijken alle twee wat bedeesd in de camera.

Weet je het nog? Samen op de fiets naar de Mariaschool in Leiden, Josje bij jou achterop. Een onzekere toekomst tegemoet. Je moest zoeken naar de school en zelfs naar de straat.

– In 2010 is het een fluitje van een cent om de weg te vinden. Er is iets uitgevonden, een klein apparaatje, ze noemen dat een navigatiesysteem ,je kunt daarop het adres intoetsen waar je moet zijn en het geeft precies aan hoe je er naar toe moet rijden.

Jos en jij zullen altijd heel close blijven. Samen een kamer en een bed delen. Ik herinner nog dat we zo moesten lachen dat we er buikpijn van kregen en papa boos naar boven kwam omdat we toch eindelijk moesten gaan slapen.

– Nu is jouw lievelingszusje al 11 jaar dood; ik mis haar nog steeds.

Jij was een poppenkind en wilde kleuterjuf worden en daarna mama.

– Dat laatste is gelukt. Je hebt samen met Joop, een jongen uit ons dorp, drie mooie kinderen gekregen en die drie zorgden weer voor negen kleinkinderen.

Jetje, je bent een opgeruimd meisje, altijd behulpzaam,want daardoor krijg je waardering. In een gezin met zes kinderen is altijd wel iets te doen.

– Toen jouw jongste kind naar school ging ben je gaan studeren. Sociale academie. Dat helpen is dus wel gebleven. Niet meer alleen om gewaardeerd te worden hoor.

Jij bent gek op lezen en schrijven,

– Jouw volwassen ik is dat nog steeds.

Samen hebben we veel hobbels genomen, in de oorlog b.v. werd jij bij vreemde mensen gebracht, je was pas vier jaar. Dat moest omdat papa ondergronds verzet pleegde en moest onderduiken. Je werd daar erg ziek en moest geisoleerd worden. Daar is bij jou de basis gelegd voor verlatingsangst.

– Ook later komen er nog wel moeilijkheden op je pad, maar je weet er steeds weer bovenop te komen. Afscheid nemen en loslaten blijven voor jou een moeilijk punt.

Maar lieve meid, je zult een overwegend blij en gelukkig mens worden, dat laat ik je hierbij weten. Altijd ben je in mijn gedachten

Jouw bijna 70-jarige ik:

Henriëtte

 
 
 
Envelop
 

Loesje,

 
Nu speel je nog heerlijk buiten met je zusjes.
Je weet nog niet dat je volgend jaar een nieuwe mama krijgt.
En dat is nog niet alles: je krijgt ook drie broertjes en twee zusjes erbij. Die brengt die mama mee.
Je woont dan niet meer op het bovenhuis, maar in het grote huis ernaast. De speelkamer wordt ook eetkamer, waar jullie met vijftien mensen aan tafel komen te zitten. Het lijkt net een eetzaal.

Omdat het een druk gedoe wordt bij jullie, ben jij niet meer het kleine meisje.
Je past op de kleintjes, neemt broertjes en zusjes mee naar school. Als je gaat zwemmen, heb je altijd een kleintje achterop en fietsen er ook een paar kinderen met je mee.
Je merkt dat mama niet goed tegen die drukte kan; daardoor voel jij je verantwoordelijk.
Je bent dan al lang niet meer Loesje. Vaak word je ‘ons Marie’ genoemd.

Als je zestien bent, ga je naar dansles.
Ik zie je nog gaan. Je kapsel: een rattenkop. Schotse rok met hesje door mama gemaakt.
Je krijgt een dansvriendje, waar je niet tegen durft te zeggen dat je hem saai vindt.
In die tijd vertelt mama je dat er nog een baby op komst is. Er lopen dan al elf kinderen rond, of dat niet genoeg is!

Toch heb je geen last van de baby als die er eenmaal is.
Jouw leventje is op dat moment belangrijker.
Met carnaval kan niemand je bijhouden, je hebt energie voor tien. Hossen op de Grote Markt! Nee, in het café zien ze je niet. Mag je niet van papa en daar houd jij je strikt aan.
Je bent het voorbeeld voor de rest!

Ik vind je best een braaf meisje…
Maar daar kom ik later nog wel een keer op terug.

Loes

 
 
 
Postzegel